Debbie aan het woord
‘Voor mij begint elk traject met het stellen van vragen, over de situatie en over wat iemand wil. Dat gaat niet alleen om luisteren, samenvatten en doorvragen, maar ook over letten op wat iemand níet zegt en signalen als een gezichtsuitdrukking. Ik geef aan welke rode draden me opvallen en richt me op iemands drijfveren en kernwaarden. Die zijn belangrijk voor het werk dat bij iemand past. Ook zijn er vaak onbewust belemmeringen, of ontwijkt iemand bepaalde zaken. Door die te benoemen kunnen we ze aanpakken, én overwinnen. Pas dan kan iemand verder op weg naar nieuw werk. Voor mij is het einddoel ook niet direct nieuw werk, maar zorgen dat iemand weer bekwaam is op de arbeidsmarkt, dat hij grip heeft op zijn eigen loopbaan. Na twintig jaar werken opnieuw solliciteren, dat kan doodeng zijn. Maar als iemand er opnieuw vertrouwen in heeft en zelfredzaam is, dan komt hij er wel.’
Welk effect heeft de samenwerking op jouw werk?
‘Als loopbaancoach heb ik een vrij solistisch beroep, al heb ik bij het FNV wel een fijn team. Bij Het Noorden werkt door werken we in een multidisciplinair team. Hierin komen de perspectieven van alle organisaties samen. We hebben allemaal hetzelfde doel: zorgen dat iemand weer een goede arbeidsplaats vindt. Daarvoor kunnen we elkaars middelen en expertise inzetten. Het is écht samen de schouders eronder, en daar word ik blij van. In ons wekelijkse overleg denken we met elkaar mee. Maar ook de rest van de week kan ik altijd iemand bellen voor advies of opties, bijvoorbeeld voor een opleiding of stage. Dat deed ik eerder in mijn eigen netwerk al wel, maar door de samenwerking kan ik dat nu nog breder doen. Daardoor kan ik iemand snel de juiste hulp bieden.’
Wat merk je verder?
‘We doen het in het Noorden erg goed, en daar ben ik trots op. We bieden echt hulp op maat. Maar ik zie meer waarde, niet alleen op individueel niveau maar ook strategisch. Door ons wekelijkse overleg kunnen we beter zaken signaleren. Als ik in een bepaalde sector bijvoorbeeld een hoog verloop zie, dan breng ik dat in. Andere coaches kunnen aangeven of zij dit herkennen en dat signaal is dan direct bij het UWV of de bonden. Zij kunnen contact opnemen met werkgevers in de betreffende sector. Voor onze deelnemers is dat te laat, maar we kunnen wel samen proberen om het probleem op te lossen, voordat het nog groter wordt. Zo kunnen we ook op een hoger niveau de rode draden in de arbeidsmarkt zichtbaar maken en daar samen aan werken. Op die manier maken we echt werk van duurzame inzetbaarheid.’